Dit voorrecht, genaamd “Giubileo dei Vastesi”, en nog steeds geldig voor de katholieke kerk, werd door Pius VI verleend om de 500ste verjaardag te vieren van een belangrijke historische gebeurtenis: de aankomst in Vasto op 7 februari 1177 van paus Alexander III die vond schuilplaats midden in de kerk van San Pietro verdedigd door zeven tempelierskastelen rond dat kleine dorp.

Nadat hij aan het gevaar was ontsnapt, vertrok Alessandro op 9 maart, nog steeds onder de bescherming van de Tempeliers, opnieuw om Venetië te bereiken. Hier ontmoette hij zijn bittere vijand Federico Barbarossa die, na jaren van botsingen, voor hem boog en de superioriteit van de pauselijke macht over de keizerlijke macht erkende.

Uit dat succes dat de paus in veel opzichten als een wonder leek, ontstond de dankbaarheid aan St. Peter’s en aan het dorp Vasto, dankbaarheid die eeuwig werd gemaakt door de instelling van het Jubileum van de Vastesi. Tot op de dag van vandaag slaagt deze dankbaarheid erin om de muur van een oude kerk overeind te houden die op een bergkam rustte die vele jaren geleden in de richting van de zee stortte.